Zo zet jij de praktijk centraal bij het volgen van een training
Als medewerker in de zorg wil je bijdragen aan de beste zorg nu en in de toekomst. Hiervoor is het belangrijk om continu te blijven leren. Je kunt blijven groeien in zowel je vakinhoudelijke kennis als vaardigheden, maar ook op het gebied van persoonlijke ontwikkeling. Maar hoe pak je dit goed aan?
De 70-20-10-vuistregel
Veel leer je al zonder dat je je hier heel bewust van bent. Het 70-20-10-leermodel is een mooie vuistregel die aangeeft dat 90% van het leren informeel, in de praktijk plaatsvindt (70% door en tijdens je werk en 20% in samenwerking met anderen). Je leert van collega’s, je wisselt kennis uit, reflecteert op hoe je iets hebt gedaan en hoe je het de volgende keer beter kunt doen. Deze manier van leren werkt bijzonder goed. Dit komt doordat je leert wat juist op dat moment relevant is, je kunt het direct toepassen in jouw praktijk. Daarnaast komen de vaardigheden of kennis die bij jouw functie horen regelmatig terug. Hierdoor oefen je continu en word je steeds beter door bijvoorbeeld te leren van ervaringen, of simpelweg het vaker te doen.
Wanneer kies je voor een training?
Maar er zijn ook veel situaties te noemen waarin je iets totaal nieuws wil leren. Iets waar je misschien (nog) niet dagelijks mee te maken hebt in je functie of waar te weinig (veilige) oefensituaties voor zijn om het je goed eigen te maken. Of misschien wil je wel nieuwe kennis opdoen waarover niemand beschikt in jouw organisatie. Dan is het lastiger om te leren door te oefenen of met collega’s in gesprek te gaan. Een leervorm die dan al snel naar voren komt is het volgen van een training of opleiding. Het is dan belangrijk te kiezen voor een training die toch alle voordelen heeft van leren in de praktijk. Let op de volgende zaken om de juiste keuze te kunnen maken.
Tip 1: Kies een opleider die jouw praktijk kent
Als je leert buiten je werk om, zoals in een training of opleiding, dan is het extra belangrijk dat je de vertaalslag kunt maken van hetgeen je leert naar jouw dagelijkse praktijk. Zodra jij je helder kunt voorstellen hoe je de nieuwe kennis en/of vaardigheden kunt gaan toepassen in je werk, is de kans groter dat je het ook daadwerkelijk kunt gaan inzetten. Een trainer of opleider die jouw praktijk kent, kan je hierbij helpen door passende voorbeelden te geven of de vertaalslag te maken.
Tip 2: Werk met jouw persoonlijke leerdoelen
Bedenk voor jezelf concreet wat je wil leren en wat je ermee wil gaan doen. Zo vergroot je de kans dat je hetgeen eruit pikt wat voor jou relevant is.
Tip 3: Oefen met eigen (of herkenbare) praktijkcasuïstiek
Naast het maken van de vertaalslag naar jouw praktijk, kun je het ook omdraaien en de praktijk vertalen naar een casus. Door in een groep jouw casus te bespreken kom je door meerdere perspectieven tot nieuwe inzichten, helemaal op maat voor in jouw werkzaamheden.
Tip 4: Werk met een persoonlijk actieplan
Heb je de training of opleiding afgerond? Maak dan direct een Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART) actieplan. Dit helpt je om direct aan de slag te gaan en je leerdoelen die je vooraf hebt opgesteld te bereiken. Een manier waarop je dit kunt doen is oefenen in de praktijk met behulp van praktijkopdrachten.
Tip 5: Betrek jouw werkomgeving
Laat anderen in jouw werkomgeving weten wat je wil leren. Zodra je heldere leerdoelen hebt kun je vragen om specifieke feedback. Ook kan het zomaar zijn dat collega’s er kennis over hebben, of weer een ander kennen die jou verder kan helpen. Tenslotte helpt het jezelf om alert te blijven op het nastreven van je doelen.
Meer weten?
Zorg er dus voor dat de training of opleiding die je kiest nauw aansluit bij jouw dagelijkse praktijk. Wil je hier meer over weten? Of wil je weten hoe Q-Academie de vertaalslag naar jouw praktijk maakt? Neem gerust contact met ons op, wij vertellen het je graag!